Maart betekent traditiegetrouw Jeugdboekenmaand. Ook bij Beefcake hebben we dan extra aandacht voor onze jonge lezers. We hebben twee prachtige, maar totaal verschillende boeken voor jullie in de aanbieding, nu overal verkrijgbaar.
Een doodgewone jongen – Michael Sels
‘Zijn de kinderen goed opgesloten?’
‘Ja, die geraken niet weg en niemand zal hen vinden.’
Nebo plaatste snel een hand voor zijn mond om geen geluid te maken in zijn schuilplaats. Dit kon niet waar zijn.
‘Goed werk!’ riep de directeur uit. ‘Dan zijn we verlost van die lastpakken. En de mensen in het dorp die moeilijke vragen stelden heb ik ook laten verdwijnen.’
Nebo is een dromer, een hoogsensitieve jongen met een enorme fantasie. Volgens hem wonen er krokodillen onder het zebrapad, komt er gifgas uit de keldergaten en is dat ene gekke vrouwtje dat hij elke dag tegenkomt een heks. Op een dag krijgt hij van die heks een papiertje: ‘Nebo, pas op voor de Bende van het Grijze Kruis! Je kan altijd op mij rekenen. Succes, de heks.’
Nebo twijfelt. Hij wil graag op onderzoek gaan, maar hij durft het niet alleen. Gelukkig is er zijn beste vriend Axi, een doener, die bovendien veel windjes laat. Samen beginnen ze een avontuurlijke speurtocht. Wat is die Bende van het Grijze Kruis? Wie op school is te vertrouwen en wie niet? Wanneer steeds meer mensen slachtoffer worden van de boosaardige bende en zelfs Axi plots spoorloos verdwijnt, moet Nebo tot het uiterste gaan om iedereen in het dorp te redden.
Op een humoristische en laagdrempelige manier vertelt auteur Michael Sels over foute eerste indrukken en vooroordelen. Niet alles is altijd zwart-wit en niemand is ooit compleet slecht of goed. Het verhaal doet op die manier nadenken over het waarom dat mensen drijft. De unieke, grappige tekeningen van Steven De Waele en absurde situaties maken het boek daarnaast tot een plezier om (voor) te lezen.
Ik kan vliegen – Joris Peeters
Tijdens de speeltijd trok hij me bruusk mee in het bezemlokaal waar er door de wasbak, het rek met poetsproducten en de bezems en vloertrekkers, amper plaats was voor ons beiden.
‘Nu ben je m’n allergrootste vijand.’ Sam stond zo dicht bij me dat zijn adem tegen m’n neus botste.
‘Waarom doe je zo?’ Ik zette een stap achteruit en botste met de hiel van m’n voet tegen een emmer. Het metaal schraapte over de vloer. ‘Ik vind het echt niet leuk dat je zo tegen me doet.’
‘Da’s de bedoeling, onnozelaar.’ Sam kwam opnieuw dichterbij …
Voor zijn twaalfde verjaardag krijgt Manu een smartphone en een akoestische gitaar. Op zijn Instagram-account post hij meteen een filmpje waarin hij een liedje van Elvis Presley zingt, zijn favoriete zanger. Met Billie Eilish, Ariana Grande en Shawn Mendes heeft hij niet veel. De eerste likes en reacties van zijn klasgenoten zijn positief. Maar al gauw beginnen Sam en David hem te pesten, ook online. Wanneer Manu hen smeekt te stoppen met de pesterijen, wordt het enkel erger. Manu overweegt een drastische actie te ondernemen.
Ik kan vliegen is een meeslepend en confronterend boek over de survivaltocht van een jongen in een wrede tienerjungle.
Joris Peeters (1973) woont en schrijft in Zoersel. Naast auteur is hij muzikant. Ik kan vliegen is zijn derde roman. Eerder verscheen Pasmunt bij Beefcake Publishing.
